Het delict
In de bewuste nacht heeft de verdachte zijn partner op uiterst gewelddadige wijze om het leven gebracht. De verdachte heeft het slachtoffer tientallen keren met een scherp voorwerp in de hals, nek en romp gestoken en gesneden. Het slachtoffer moet deze aanval ten minste enige tijd bewust hebben ondergaan, want ze was ook gewond aan haar hand. Waarschijnlijk heeft zij geprobeerd het steken af te weren.
Het slachtoffer overleed nog op dezelfde dag aan haar verwondingen. Waarom de verdachte zijn partner heeft aangevallen, is niet bekend.
De zoon van het slachtoffer liep de volgende ochtend de woonkamer in waar hij het levenloze en zwaargehavende lichaam van zijn moeder vond in een grote plas bloed. Dat bracht een hevige emotionele schok teweeg. Volgens de rechtbank is voldoende onderbouwd dat deze schok leidde tot een geestelijk letsel bij de zoon, namelijk PTSS.
Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag. Het slachtoffer zal in haar laatste momenten doodsangst hebben uitgestaan. Twee van haar kinderen woonden nog thuis. Door zijn partner om het leven te brengen, heeft de verdachte deze kinderen onbeschrijflijk en onherstelbaar leed aangedaan, vindt de rechtbank. Uit hun slachtofferverklaringen die tijdens de zitting zijn voorgelezen, blijkt hun enorme verdriet.
De rechtbank heeft er bij het bepalen van de straf rekening mee gehouden dat de verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar is. Maar ook dat de verdachte in eerste instantie geen openheid van zaken heeft gegeven over wat hij heeft gedaan na zijn vertrek uit de woning in de bewuste nacht. Over zijn doen en laten na de aanval heeft hij verklaringen afgelegd die niet stroken met de waarheid. Hij lijkt hij de politie op een dwaalspoor te hebben willen zetten.
Alles afwegend vindt de rechtbank een gevangenisstraf passend en geboden. Daarnaast legt de rechtbank tbs met dwangverpleging op. De reden daarvoor is in de eerste plaats dat bij de verdachte sprake is van een ziekelijke geestelijke stoornis. Daar komt bij dat de verdachte een gevaar is voor een ander als hij met die ander een hechte relatie aangaat. De rechtbank ziet daarom gevaar voor recidive ten aanzien van zijn dochter, maar ook voor mogelijke andere personen.
Schadevergoeding
Verder moet de verdachte aan hun gezamenlijke dochter een schadevergoeding betalen van 37.075 euro, waarvan 20.000 euro voor immateriële schade is en het resterende bedrag voor de opgelopen studievertraging. Aan een zoon van het slachtoffer moet hij een schadevergoeding van 40.000 euro betalen, waarvan 20.000 euro voor immateriële schade is en 20.000 euro voor shockschade.