Gewapende overval
Twee van de verdachten zijn die dag gemaskerd en gewapend met een (nep)vuurwapen een snackbar ingegaan, terwijl de derde buiten op de uitkijk stond en gedurende de hele overval telefonisch contact met een van de andere twee onderhield. In de snackbar hebben de jongens schreeuwend en onder dreiging van het (nep-)wapen de eigenaresse gedwongen om de kassa open te maken en vervolgens een geldbedrag uit de kassalade gepakt. Het slachtoffer was doodsbang en vreesde voor haar leven.
De verdachten hebben uiteindelijk alle drie bekend de overval te hebben gepleegd. Omdat ze allemaal voor het eerst met justitie in aanraking komen hebben zowel de Raad voor de Kinderbescherming en de jeugdreclassering als de advocaten van de verdachten aangegeven het opleggen van jeugddetentie te zwaar te vinden en een werkstraf geadviseerd. De officier van justitie dacht daar anders over en dit geldt ook voor de rechtbank.
Oordeel rechtbank
Gelet op de ernst van de feiten kan naar het oordeel van rechtbank niet anders worden gereageerd dan door het opleggen van een jeugddetentie. De rechtbank heeft daarbij onder meer gekeken naar de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd. Het uitgangspunt bij een gewapende overval op een winkel is normaal gesproken in ieder geval vier maanden jeugddetentie.
De rechtbank heeft echter besloten hiervan af te wijken en de jeugddetentie in voorwaardelijke vorm op te leggen nu de drie jongens zich tot aan de zitting langdurig aan zware schorsingsvoorwaarden hebben gehouden en ze uiteindelijk door te bekennen en spijt te betuigen verantwoordelijkheid voor hun gedrag hebben genomen. Ook is hun blanco strafblad en jonge leeftijd meegewogen.