DEN HELDER - De gemeente Den Helder heeft wel degelijk bewoners van een woonwagencentrum toegezegd dat zij mogen bepalen aan wie een vrije standplaats wordt toegewezen. Dat heeft de rechtbank Noord-Holland bepaald. De gemeente zei niets van een toezegging te weten omdat deze afspraak niet in de gemeentelijke archieven terug te vinden was.

Afspraak
Het woonwagencentrum telt veertien standplaatsen. Tien daarvan zijn eigendom van de gemeente. Twee van deze tien standplaatsen zijn leeg. Volgens de bewoners van het woonwagencentrum heeft de gemeente met hen afgesproken dat zij mogen beslissen wie toegang krijgt tot een vrije standplaats. Het gaat volgens de bewoners om een al lang bestaande afspraak die de gemeente op verschillende momenten nog eens heeft bevestigd. Ondanks herhaalde verzoeken van de bewoners wil de gemeente nu niet (meer) toegeven dat deze afspraak nog steeds geldt.

Voor een bewoner van het woonwagencentrum is deze afspraak van belang. Hij wil ervoor zorgen dat de inwonende kinderen van de huidige bewoners kans maken op een vrije standplaats om zo familiebanden te behouden en versterken. Deze nauwe familiebanden zijn kenmerkend voor de woonwagencultuur die als immaterieel erfgoed is erkend. Ook wil de bewoner voorkomen dat de gemeente de standplaatsen toewijst aan arbeidsmigranten of bewoners die elders in Den Helder niet langer gewenst zijn. Pas als dit geschil wordt opgelost, zijn de bewoners bereid mee te praten over nieuw te maken beleid over toewijzing van woonwagenstandplaatsen.

Standpunt gemeente
Volgens de gemeente wordt al tegemoet gekomen aan de wens van bewoners omdat zij inspraak krijgen bij de totstandkoming van het nieuwe beleid over het toewijzen van standplaatsen. Bovendien zal de gemeente geen standplaatsen toewijzen, zolang het nieuwe beleid niet is vastgesteld. Verder zegt de gemeente niet te weten of aan bewoners is toegezegd dat zij een beslissende stem hebben bij het toewijzen van vrije standplaatsen, omdat dit niet bij de gemeente is gedocumenteerd.

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat de bewoner belang heeft bij duidelijkheid mede door de jarenlange afwachtende houding van de gemeente en de ontkenning van de gemaakte afspraak. Anders dan de gemeente veronderstelt, gaat het de bewoners niet om betrokkenheid en inspraak in het nieuwe beleid, maar om erkenning van de gemaakte afspraak.

De rechtbank concludeert dat de gemeente wel degelijk met bewoners heeft afgesproken dat zij een beslissende stem hebben bij het toewijzen van een vrije standplaats. Zo kon de bewoner gemeentelijke verslagen uit 2005 en 2006 overleggen waaruit de afspraak blijkt. Ook kon hij een ambtelijk e-mailbericht uit 2000 laten zien waarin de afspraak wordt bevestigd. Het is volgens de rechtbank daarmee onbegrijpelijk dat de gemeente blijft volhouden dat er geen toezegging is gedaan omdat deze niet in de gemeentelijke archieven is gedocumenteerd. Het wekt bij de rechtbank verbazing dat de bewoner allerlei relevante stukken presenteert, terwijl de gemeente niets kan terugvinden.

Ook is de gemeenteraad hierover onjuist geïnformeerd, oordeelt de rechtbank. In januari 2021 werd de gemeente door het uitbrengen van de dagvaarding op de hoogte gesteld van het bestaan van de gemeentelijke verslagen waarin de afspraak met de bewoners van het woonwagencentrum was vastgelegd. Maar in september 2021 werd het bestaan van de afspraak nog steeds ontkend naar de gemeenteraad. De rechtbank kan het zich goed voorstellen dat de hele gang van zaken tot onrust en gebrek aan vertrouwen heeft geleid bij de bewoners van het woonwagencentrum.